Klimplanten zijn fantastisch — tot ze ineens op het dak van de buren liggen te chillen.
Een blauwe regen of druif die de buren begroet via hun dakgoot? Schattig. Tot het tijd wordt om de ladder boven te halen en je buur denkt dat je zijn dak komt renoveren.

Dus hoe houd je het groen én de relatie gezond?

🔹 1. Kies de juiste plant.
Geen zelfhechtende types zoals wilde wingerd of klimop als je muur-op-muur woont. Ga liever voor rankende planten die jij de richting wijst: druif, blauwe regen, hop of clematis.

🔹 2. Geef ‘m een kader.
Letterlijk: met een stevig klimhulpsysteem hou je grip op de groeirichting. Geen kabels = chaos. Kabels = zen.

🔹 3. Snoei met regelmaat.
Minstens twee keer per jaar even checken en bijsnoeien. Vooral in de groeipiek (mei-juli) kunnen sommige planten sneller klimmen dan je puber groeit.

🔹 4. Overleg.
Laat de buren weten dat je je groene vriend op het rechte pad houdt. En wie weet, willen ze straks zelf ook een gevel vol bloemen.

🪴 Beter een klimmer aan je gevel dan een klimmer op je dakgoot.