Alle kennis over gevelgroen, op één plek.

Met de groeiende aandacht voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en leefbare steden stijgt ook de nood aan betrouwbare en toepasbare kennis. Daarom bouwt VertiLab aan een centrale, toegankelijke kennisdatabank: een plek waar iedereen die met groene gevels aan de slag wil – van lokaal bestuur tot architect, van school tot burger – terechtkan voor actuele, heldere en praktijkgerichte informatie.

Wat je nu al vindt:

  • Een overzicht van alle webinars, opleidingen en studiedagen, inclusief terugkijklinks en presentaties

  • De maandelijkse rubriek “Uitgelichte Plant”, waarin we telkens één plant voorstellen met toelichting over de ecologische waarde, groeikenmerken, onderhoud en toepassingen

  • Inspirerende voorbeelden van succesvolle vergroeningstrajecten uit binnen- en buitenland

Waar we naartoe werken:

  • Een uitgebreide, doorzoekbare plantengids, met filters op o.a. oriëntatie, onderhoudsbehoefte, groeivorm, kindvriendelijkheid, vandalismetolerantie, erfgoedgeschiktheid en biodiversiteitswaarde

  • Technische ondersteuning, zoals materiaaloverzichten, draagstructuren, beheerplannen en onderhoudsvoorschriften

  • Wetenschappelijke inzichten over de meerwaarde van gevelgroen voor luchtkwaliteit, hittestress, waterbuffering en ecosysteemdiensten

  • Klimhulpinfo: praktische richtlijnen en tools om de juiste klimplanten te kiezen en succesvol toe te passen, ook op moeilijke locaties of met specifieke doelgroepen (zoals dementievriendelijke tuinen of kindveilige omgevingen)

Deze databank is een levend project: we bouwen ze verder uit in samenwerking met experten, onderzoekers, praktijkpartners en overheden. Zo zorgen we ervoor dat zowel beleidskeuzes als concrete realisaties gebaseerd zijn op onderbouwde, ecologische en haalbare oplossingen.

🔎 Binnenkort lanceert de eerste publieke versie. Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf als eerste op de hoogte!

Samen maken we de weg vrij voor slimme, duurzame en veerkrachtige vergroening — plant voor plant, gevel voor gevel.

Webinars: inspiratie en kennis online

VertiLab organiseert regelmatig  webinars waarin we dieper ingaan op  thema’s rond gevelgroen, klimaatrobuust ontwerpen, stedelijke biodiversiteit en natuur-inclusief bouwen.

Elke sessie duurt ongeveer een uur en combineert duidelijke inzichten, praktische voorbeelden, beleidsrelevante tips en ruimte voor vragen.

De webinars zijn bedoeld voor een breed publiek: beleidsmedewerkers, ontwerpers, architecten, aannemers, leerkrachten, beheerders van publiek domein, burgers met een groen projectidee, en iedereen die duurzame vergroening in de praktijk wil brengen.

📌 Schrijf je in via de interesselijst en blijf als eerste op de hoogte van nieuwe data, thema’s en gastsprekers. Samen groeien we naar een groenere toekomst!

studiedag Groene Gevels voor een duurzame Toekomst

Ben je geboeid door de rol van groene gevels in de stad van morgen? Zie je kansen in vergroening als antwoord op klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en de druk op erfgoed en publieke ruimte? Dan nodigen we je van harte uit voor de studiedag “Groene Gevels voor een Duurzame Toekomst” op 28 oktober 2025 in de Sint-Pietersabdij in Gent (namiddag).

Deze studiedag brengt een brede groep van geïnteresseerden samen: van steden en gemeenten tot architecten, ontwerpers, onderzoekers, bedrijven, erfgoedexperten en actieve burgers. We verkennen hoe groene gevels niet alleen esthetisch waardevol zijn, maar ook essentiële ecosysteemdiensten leveren – zoals verkoeling, luchtzuivering, regenwateropvang en leefgebied voor dieren.

Daarnaast belichten we hoe gevelgroen kan worden geïntegreerd in beschermde gebouwen, schoolomgevingen, zorgcampussen, universiteitsterreinen en bedrijventerreinen. Ook minder evidente plekken krijgen aandacht, zoals gevels met beperkte ruimte, kwetsbare doelgroepen of erfgoedwaarden.

Het programma combineert praktijkvoorbeelden, wetenschappelijke inzichten en beleidskaders, met oog voor participatie, beheer en technische haalbaarheid. Of je nu werkt voor een lokaal bestuur, actief bent in de bouw- of ontwerpsector, of gewoon nieuwsgierig bent naar hoe gevelgroen bijdraagt aan een klimaatbestendige toekomst – deze studiedag is voor jou.

📅 Datum: Dinsdag 28 oktober 2025
📍 Locatie: Sint-Pietersabdij, Gent (namiddag)
🎯 Doelgroep: Beleidsmakers, ontwerpers, architecten, bedrijven, scholen, erfgoedorganisaties, burgers en beheerders

👉 Laat hieronder je gegevens achter om op de hoogte te blijven van het programma, de sprekers, het inschrijfmoment en andere praktische info.

Samen verkennen we hoe groene gevels kunnen uitgroeien tot een structureel onderdeel van de duurzame stad.

Plant van de Maand April: Akebia quinata – De Chocoladewingerd

April is de maand waarin de lente haar hoogtepunt nadert en de natuur op volle kracht ontwaakt. In deze periode bloeit een van de meest opvallende en mysterieuze klimplanten in het Nederlandse tuinbeeld: Akebia quinata, ook wel bekend als de chocoladewingerd. Deze sierlijke en geurige plant verdient terecht een prominente plaats in het lenteplantenscala.

Botanisch profiel

Wetenschappelijke naam: Akebia quinata
Nederlandse naam: Chocoladewingerd
Familie: Lardizabalaceae
Planttype: Houtige klimplant, semi-wintergroen
Bladeren: Handvormig samengesteld met vijf ovale blaadjes
Bloei: Maart tot april
Bloemkleur: Purper tot chocoladebruin
Vrucht: Langwerpige paarsblauwe peulvrucht (bij succesvolle bestuiving)
Geur: Lichtzoet, met chocolade- en vanilletonen
Hoogte: Tot 10 meter bij gunstige omstandigheden
Winterhardheid: Tot -15 °C (klimaatzone 7)

Herkomst en verspreiding

Akebia quinata is inheems in gematigde bosgebieden van China, Japan en Korea. Daar groeit de plant in bosranden, kloven en langs rivieroevers, vaak op halfbeschaduwde plekken. Hij werd in Europa geïntroduceerd in de 19e eeuw als sierplant via botanische tuinen en veredelaars, mede dankzij de exploraties van plantenverzamelaars zoals Philipp Franz von Siebold.

Bloeiwijze en voortplanting

De bloei van Akebia quinata is zowel esthetisch als botanisch opmerkelijk. De plant produceert trossen met mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant (monoecisch), maar de bloemen zijn gescheiden. De vrouwelijke bloemen zijn groter, donkerpaars tot bruin gekleurd, en hangen aan korte steeltjes. De mannelijke bloemen zijn kleiner, met prominente meeldraden die stuifmeel produceren.

De bloemen verspreiden een subtiele, zoetige geur die doet denken aan vanille en cacao. Deze geur is het gevolg van vluchtige aromatische verbindingen die bestuivers aantrekken, met name bijen en kevers. Bestuiving vindt meestal plaats door insecten, maar kruisbestuiving tussen genetisch verschillende planten is noodzakelijk voor vruchtvorming.

Standplaats en groei

Akebia quinata is een krachtige groeier die zich ideaal leent voor verticaal tuinieren. Omdat de plant zich niet vasthecht met hechtwortels of zuignappen (zoals klimop), is een stevige klimstructuur vereist, zoals een pergola, rekwerk of draadframe.

Lichtbehoefte: Volle zon tot halfschaduw. Meer zon bevordert een rijkere bloei.
Bodem: Goed doorlatend, humusrijk en matig vochtig.
Vocht: Regelmatig water geven tijdens droge periodes; geen natte voeten.
Windbestendigheid: Matig; best beschermd planten tegen uitdrogende wind.

In gunstige omstandigheden kan de plant tot 1 meter per jaar groeien. In milde winters blijft hij deels groen; bij strenge vorst verliest hij zijn blad, maar loopt in het voorjaar weer uit.

Verzorging en snoei

Akebia heeft de neiging om snel en uitbundig te groeien. Zonder ingrijpen kan hij nabijgelegen beplanting overwoekeren of houten structuren volledig bedekken.

Snoeimoment: Direct na de bloei (mei tot begin juni).
Snoeimethode: Terugsnoeien tot 1/3 of 1/2 van de lengte van de jonge scheuten. Oude, houtige stengels kunnen tot aan de basis worden verwijderd om de plant te verjongen.
Onderhoud: Jaarlijkse inspectie op verdroging, wildgroei en structuurbehoud.

Vruchten en eetbaarheid

Bij succesvolle kruisbestuiving ontstaan langwerpige, purperblauwe vruchten van 5 tot 10 cm lengte. De binnenzijde bevat een geleiachtige pulp met eetbare, mildzoete smaak en zwart glanzende zaden.

Opmerking: De vruchten ontstaan meestal alleen als er minstens twee genetisch verschillende exemplaren van Akebia in elkaars nabijheid staan. De meeste solitaire exemplaren in tuinen vormen zelden vrucht.

In de Japanse keuken worden de vruchten incidenteel geconsumeerd; zowel rauw als verwerkt in zoetwaren of likeuren. De vlezige vruchtwand wordt soms gevuld en gebakken.

Ecologische waarde

Akebia quinata biedt een waardevolle bijdrage aan de biodiversiteit in de tuin:

  • Vroege nectarbron voor bijen en zweefvliegen

  • Beschutte schuilplaats voor kleine dieren en broedvogels

  • Niet giftig voor mens of dier, dus ook geschikt voor gezinstuinen

Hoewel Akebia in delen van Noord-Amerika als invasief wordt aangemerkt, vormt hij in Europa onder normaal onderhoud nauwelijks een bedreiging voor inheemse flora.

Cultivars en verwante soorten

Enkele bijzondere variëteiten zijn:

  • Akebia quinata ‘Alba’: met zeldzame crèmekleurige bloemen

  • Akebia quinata ‘Shirobana’: witbloeiend, zeer decoratief

  • Akebia trifoliata: met drie deelblaadjes in plaats van vijf, iets robuuster van vorm

Let op dat cultivarvariaties soms verschillen in bloeikracht, geur of groeisnelheid.

Ziekten en plagen

Akebia quinata is een opvallend gezonde plant die weinig last heeft van ziekten. Incidenteel kunnen zich bladluizen of slakken aandienen op jonge uitlopers. In droge zomers kunnen spintmijten optreden, vooral in kasomstandigheden. Natuurlijke vijanden en ecologisch beheer zijn doorgaans voldoende.

Culturele en symbolische waarde

In de Japanse volkscultuur wordt de akebi geassocieerd met lente, eenvoud en verlangen. Het verschijnen van de bloemen markeert het einde van de winter en het begin van een vruchtbare periode. De plant wordt in poëzie en kunst vaak als metafoor gebruikt voor schoonheid die zich niet opdringt, maar zich langzaam ontvouwt.

Conclusie

Akebia quinata is een subtiele maar opvallende lentebloeier met een combinatie van esthetische, ecologische en culinaire kwaliteiten. Zijn elegante groeiwijze, karakteristieke geur en bloei in de vroege lente maken hem tot een waardevolle aanvulling op elke sier- of natuurtuin. Met minimale verzorging biedt hij jarenlang charme en biodiversiteit, en verdient hij zonder twijfel de titel “Plant van de Maand April”.